Social Media Guidelines, zo maak je ze (1)

'Belofte maakt schuld' leerde ik als kind. Vorige week schreef ik terug te zullen komen op het uitwerken van Social Media Guidelines voor je organisatie. Vandaag dus deel 1 van die verdere uitwerking. Over de definitie van Sociale Media en het belang voor je organisatie.



De hoofdlijn die ik vorige week beschreef luidde:
  1. Definieer Sociale Media en geef voorbeelden.
  2. Leg uit waarom Sociale Media belangrijk zijn voor de organisatie.
  3. Leg uit waarom je als organisatie deze Guidelines maakt.
  4. Leg de algemene gedragsregels van Sociale Media uit.
  5. Geef voorbeelden van wat dat concreet betekent. Wat doe je wel en wat niet.
  6. En tot slot: Spreek af binnen welke randvoorwaarden een medewerker/vrijwilliger zelf mag reageren op handelingen van derden en wanneer hij/zij wel moet 'opschalen'.

Vandaag aandacht voor de punten 1 & 2. Ook de overige punten komen nog aan de orde in de komende weken, evenals wat opmerkingen over voor wie je ze maakt en hoe je ze publiceert.

1a. Definieer Sociale Media...

Wikipedia NL/ Social Media definieert 'social media' als volgt:

Engelse benaming voor online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.

Zo,... begrijpt iedereen dat? Ik kan je garanderen van niet! SMG's zijn er voor iedereen in een organisatie, houd daar rekening mee. Dus dit zal in simpelere taal beschreven moeten worden, denk maar eens naar het taalgebruik op Telegraaf.nl of van de reagluurders van Geen Stijl. Het wordt dan iets als:

Sociale Media zijn websites waar mensen zonder tussenkomst van anderen hun eigen zaken als teksten, foto's of video's tonen en meningen geven over andere mensen, bedrijven, producten enz., Ook reageren mensen er weer op ideeën en meningen van anderen.

Dit kan ongetwijfeld nog veel beter, ik ben geen professionele tekstschrijver, maar ik neem aan dat het er wel duidelijker van wordt. Het hoeft immers geen academisch verantwoordde definitie te zijn.

1b. ...en geef voorbeelden.

Bij het geven van voorbeelden is het vooral van belang een beeld te hebben van de sociale media waar medewerkers zichzelf in herkennen en waar ze zelf gebruik van maken. Bij deze wat algemene voorbeelden, maar een zeker niet uitputtende lijst. Bedenk ook het per organisatie nog wel eens kan verschillen. Sommige branches kennen immers hun eigen sociale media. Vraag het even aan wat mensen en dan niet alleen aan mensen van fondsenwerving en communicatie.

Communicatie

Social networking: Hyves, Facebook, LinkedIn;
Blogs: Blogger, TypePad, WordPress, Blog.com;
Microblogging: Tumblr, Twitter, Google Buzz, MSN;
Location-based social networks: Foursquare, Gowalla, Facebook places;
Online Advocacy and Fundraising: Causes, Kickstarter;

Samenwerken/delen

Wikipedia;
Social bookmarking: Delicious, Google Reader, StumbleUpon;
Document Managing and Editing Tools: Google Docs, Docs.com, Dropbox;

Multimedia

Fotografie: deviantArt, Flickr, Picasa;
Video: Dumpert, Zie.nl, Viddler, Vimeo, YouTube;
Livecasting: Livestream, Skype;
Presentation sharing: SlideShare;

Opinies bij nieuws

Telegraaf, GeenStijl, VK, Trouw, Fok!, Nu;

Entertainment

Second Life, The Sims Online en talloze ander games (sorry, weinig voorbeelden, dit is niet mijn ding!)


2. Leg uit waarom Sociale Media belangrijk zijn voor de organisatie.

Dit onderdeel dient antwoord te geven op een 4-tal vragen:

Waarom Sociale Media in het algemeen belangrijk zijn?
  • Wijs er op hoeveel er gebruik van gemaakt wordt, hoe beeldbepalend het is.
Wat overall de Missie, Visie en het Doel van de organisatie zijn?
  • Even opfrissen, wie waren we ook al weer? Wat is onze identiteit en ons gewenst imago.
Hoe zijn Missie, Visie en Doel van toepassing voor sociale media?
  • Wat betekent onze identiteit voor het gebruik van sociale media?
Wat is de (gewenste) rol van het personeel en overige stakeholders is in deze vertaling?
  • Hoe willen we als organisatie dat wij ons gezamenlijk positioneren, welke kernwaarden dienen we in acht te nemen? Zijn we wel of niet activistisch? Zijn we wetenschappers of een patiëntenorganisatie?

Samengevat is de kern van dit onderdeel dat de organisatie aangeeft dat een medewerker/vrijwilliger een onderdeel is van een groter geheel en dat hij/zij beseft dat die rol een weerslag op de reputatie van de organisatie kan hebben en hoe die reputatie bijdraagt aan de uiteindelijke missie van de organisatie.

Tot zover voor nu. Reacties, opmerkingen of aanvullingen? Laat het vooral weten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten